Wie energiezuinig wil bouwen, moet luchtdicht bouwen. Dat is een primaire vereiste om geen energie verloren te laten gaan via kieren en spleten. Want zowel koude lucht die ongecontroleerd de woning binnenstroomt, als opgewekte warmte die via kieren en spleten uitwaait, kosten onnodig geld. En dan is er nog het ongemak van tocht.
Ook in het kader van de huidige EPB-wetgeving is het noodzakelijk om met een nieuwbouw goed te scoren inzake luchtdichtheid. Een goede score leidt tot een beter E-peil, kan zelfs een verschil maken van 10 punten. Luchtlekken kunnen met blowerdoor-tests opgespoord worden tijdens de opbouw. Op die manier kan er eventueel nog verbeterd worden. De score van luchtdichtheid wordt uitgedrukt in n
50 h
-1, d.w.z. hoeveel keer per uur de luchtinhoud van je huis door de kieren verloren gaat bij een drukverschil van 50 Pascal (dit drukverschil constateert men wanneer het buiten hard waait). Een gewone woning scoort gemiddeld 7 tot 12 h
-1, een laagenergie 1 tot 1,5 h
-1. Een passiefhuis vereist een waarde n
50 lager dan 0,6 h
-1!
Luchtdicht bouwen begint al met een juiste keuze ruwbouwmaterialen. Massieve bouw zoals met
Ytong of
Hebel, biedt een zeer geringe kans op luchtlekken. De volle materialen worden gelijmd, wat luchtdichte voegen met zich meebrengt. Dit in tegenstelling tot traditionele bouwmethoden met binnenmuur, buitenmuur en spouw die erg gevoelig voor luchtlekken zijn door de grote hoeveelheid onderlinge aansluitingen.
Ytong en
Hebel hebben ook geen holle ruimtes, zoals bijv. traditionele snelbouwstenen. Er circuleert dus geen lucht in de muur.
